Van reeën en strandhuisjes

Terwijl de hitsige reebokken achter de al net zo hitsige reegeiten aanzitten, wrijf ik de slaap uit de ogen en maak me klaar voor weer een nieuwe dag. Ik rij nog steeds met de cabrio - ik denk nog zo'n vier weken en dan ruil ik 'm weer in voor mijn Peugeot Rugzak 107 - maar wel met een sjaaltje om de nek.

Vanmiddag heb ik een afspraak met de PT en vanmiddag ga ik een poging wagen om een beetje hard te lopen. Een sessie van 30 minuten, één minuut wandelen en één minuut hardlopen en dat dan 15x.

Ben benieuwd. Zo te zien ga ik een nat pak krijgen, maar dat vind ik niet erg. Dat betekent dat het ook lekker rustig is in het parkbos.

Nog twee daagjes en dan zit ik op dit moment ergens in België op de E34 richting Zeebrugge. Hopelijk is het een beetje rustig: het is geen fijne weg om te rijden. Zeker het laatste deel niet. Een hopeloze inadequate route naar een zeehaven. Het is geen wonder dat Zeebrugge nooit wat wordt.

En zoals de eerste zin van dit blog al meldt, is de bronsttijd voor de reeën aangebroken. De normaal gesproken min of meer solitair levende reebokken gaan achter de vrouwtjes aan, die vaak nog een jong achter de broek hebben lopen. Nietsontziend, gedreven door hormonen stuiven en snuiven de mannen door het bos, over de wei, over de weg (!), hun lul achterna.


Reegeit (Duitsland)
Heb ik al eens verteld hoe ik dit heb ervaren? Dat was járen geleden, toen ik nog jaagde met de camera. Ik was toen in het Hollandse Hout samen met een expert op zoek naar bokken. De man had een fiep bij zich: dat is een soort fluitje waarmee je het geluid van de reegeit kunt nadoen. Zeker in de bronsttijd zijn de bokken daar erg gevoelig voor.

We zaten dan aan - zoals dat heet: dus je gaat ergens op je krukje zitten en wachten tot er iets gaat gebeuren - en op een gegeven moment moest ik toch echt wel dringend een plas doen. Dus ik loop een flink eind verder en duik daar de ruigte in, camera op de grond, tas op de grond, broek op de grond en ik buk en plas. En net op dat moment hoor ik geroffel, komt er een geit op nog geen twee meter bij mij vandaan langs mij heen stuiven op de hielen gevolgd door een bok die snuivend en grommend achter haar aan zit. 

Ik zat als aan de grond genageld. Camera natuurlijk te ver weg en dan nog.... Broek omhoog - WC papiertje in de zak en niet achterlaten (!) - en met de nodige adrenaline het verhaal vertellen aan mijn compagnon. Dat was een hele belevenis. Ik denk daar nog vaak aan terwijl het al zo'n 16 jaar geleden is of zo. 

Het gebied is daar niet meer wat het geweest is: de bebouwing is erg dichtbij gekomen en in de Oostvaardersplassen, waar de reeën eerst nog wel zaten en waar ik ooit mijn eerste reebok heb gespot, zitten ze nu niet meer. Waar herten zitten, zitten vaak geen reeën.


Waar ik zondag fietste zou ook een prima habitat zijn voor reeën, maar voor zover ik weet zitten die hier (nog) niet. Eigenlijk zijn reeën in praktisch heel Nederland aanwezig, behalve hier. Het is waarschijnlijk de ringvaart die ze tegenhoudt, hoewel reeën uitstekende zwemmers zijn en zich over het algemeen niet laten tegenhouden door een vaart. 

Overigens weet ik niet uit welk jaar dit kaartje hiernaast stamt, want in de Waterleidingduinen, waar nu zo enorm veel damherten lopen, zijn de reeën ook verdwenen. In de Kennemerduinen zitten ze nog wel, maar daar is dan ook beheer op de damherten en dus nog plaats voor reeën. En er staan geen hekken omheen.

Ondertussen zit ik hier vreselijk te gapen en voel ik me alsof ik geen oog hebt dicht gedaan afgelopen nacht. Maar ik weet wel hoe het komt: die afspraak voor deze middag. Het weer proberen te hardlopen. Zal ik pijn hebben erna?

Maar ook: de rit vrijdag. Ja. Stom. Ik weet het. Maar ik zie tegen de stomste dingen op. Gelukkig weet ik dat van mezelf en probeer ik het te negeren. Als ik alles waar ik tegen op zie niet zou doen, zou ik nooit meer uit m'n stoel komen. 

Overigens heb ik wél zin in een weekendje weg, even gezellig naar Oostende, even een pintje halen bij 't Botteltje of een koffie bij Café Du Parc. Slenteren over de - drukke - boulevard. De zee niet kunnen zien vanwege al die kotjes die daar staan. Maar ach. Het heeft wel wat.




4 opmerkingen:

  1. Ik woon op het eiland Tholen en tegenover huis is een landgoedje/parkje en daar zien we af en toe een ree. Heel leuk.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Volgens mij ben jij net zo stoer als ik! :-)

    BeantwoordenVerwijderen

Hoi. Leuk dat je komt buurten. Je kunt hier een reactie achterlaten.

IK GA VERHUIZEN!!!

Ik ga verhuizen. Dames en heren, boeren en buitenlui, lieve lezers: gaan jullie met mij mee? Please, please, please? Ik vervolg ...